Survival februari 2000 in "La Vallee" in Naze
Op de laatste vrijdagavond in januari komen we na enig oponthoud in Luik (files door omleidingen en een flappentapper (geldautomaten) die verstopt zit in de hal van een flat) aan in het nul-sterren hotel "La Vallee" ergens tussen Lorcé en Stoumont. Het sfeervolle voormalige hotel is prachtig gelegen aan de rivier L'Amblève en voor ons doen erg luxe (sommige kamers hadden zelf een bad).
Na een soepje volgde koffie met de traditionele boterkoek van Andrea (3 stuks, krijg ik volgend jaar korting ? dan zal ik netjes puntjes snijden) welke met smaak werd verorberd. Het weer zat mee (koud maar droog) en de avondwandeling naar Stoumont bracht ons naar het plaatselijke café waar enkele van ons de edele kunst van het "champignon biljart" werd bijgebracht. Hierbij is het de bedoeling je eigen ballen via de band of obstakels (de champignons) zo snel mogelijk in een gat te spelen.
Theo had de digitale fotocamera (prijs ¦ 2500,-) van de afdeling ES&S meegenomen, maar toen ik hem wou uitproberen verscheen er alleen "Disk Error". Waarmee maar weer eens bewezen is dat, wat mijn ogen zien, mijn handen slopen. Ook de terugtocht verliep voorspoedig zodat we na totaal circa 15 km weer "thuis" kwamen.
De zaterdag etappe voerde ons naar het plaatsje Coo beroemd om zijn watervallen met een witte steenkool (waterkracht) centrale en pretpark met rodelbaan. De helft ging lopend en de rest met de fiets, waarbij in Coo gewisseld zou worden. De gehuurde mountainbikes waren goed echter sommige van ons hadden gewoon pech. Cor zijn ketting sloeg vrijwel meteen vast zodat Cees Verstrate terug moest om de reserve fiets te halen. Helaas had deze een lekke band en moest Cees weer de berg oplopen om ons door te sturen. Na ongeveer 6 km bleek dat Jos een lekke band had en moesten we hem in Chevron achterlaten, alwaar hij bij gebrek aan iets anders (geen kroeg, kerk dicht, geen mens te zien) 3,5 uur in telefooncel moest wachten totdat hij opgehaald werd.
Na het kruisen het riviertje La Lienne was iedereen, door de eerste steile helling en de regen en wind (dus koud), uitgeteld. Maar de overige 20 km, voornamelijk naar beneden, ging als een speer. Hierbij hebben we een aantal spectaculaire afdalingen gehad over gladde natte bladeren en ijs plakkaten (je moet alleen niet je voorrem gebruiken (aan welke kant zit die in godsnaam ?) ander sla je over de kop). Na nog twee hert-achtigen (groot, grijs; eland ?!?) gezien te hebben, kwamen we om ongeveer 3 uur (hoezo gepland om 12.30) aan in café "Le Baron" alwaar een groot bord spaghetti (voor de broodnodige koolhydraten) werd genuttigd. Sommige van ons waren zo slim geweest om droge kleren mee te nemen die hier aangetrokken werden. Waarna de terugtocht (circa .. km) werd aanvaard, die vanwege het tijdstip eindige in het donker (er waren alweer van die slimmeriken die ook een zaklantaarn bij zich hadden).
Begroet door wat everzwijn geknor wachtte ons bij terugkomst het traditionele jambalaya gerecht, dit jaar extra versterkt met veel cajun kruiden (met het koken heb ik me dit jaar maar eens niet bemoeid, vanwege de late binnenkomst).
Na een gezonde nachtrust (alleen verstoord door wat gesnurk her en der) bracht de zondag ons een tocht naar een opgegeven coördinaat. De vrije route (over de weg was te simpel) voerde ons door magnifieke bossen en een fraaie geul ingesloten tussen twee aarden wallen. Aangekomen op dit outdoor-center bleek dat een ploeg de coördinaatwijziging niet had door gekregen, zodat ze aan de verkeerde kant van de rivier boven op een hoge heuvel stonden (scheelde slechts 300 m). Hier mochten wij een waterstormbaan nemen, begonnen werd met een apenbrug (makkie) en naar de overkant slingeren (waarbij Florentien klaagde over dat "ding tussen haar benen" wat Aad de opmerking ontlokte van "daar zeuren wij mannen toch ook niet over").
De volgende was een spectaculaire; je moest in het midden op een koord gaan staan met op ongeveer een meter daarboven nog een koord waaraan je gezekerd was. Vervolgens moest je, je eigen achteroverlaten vallen waarbij je opgevangen werd door het zekeringstouw en je met het hoofd net het water raakte. De truc was om vervolgens weer omhoog te komen (na eraf geschoten te zijn, heb ik 4 keer geprobeerd om op het water te gaan staan). Hierna volgden nog een slappe hangmat, zodat als je in het midden ging staan je het water in zakte (je moest zo wijd mogelijk blijven à la Florentien als "spider woman") en een hoog scramblenet. Vervolgens mochten we een, in een heuvel uitgegraven, namaak grot in (een soort muizen doolhof met maar één open uitgang).
Om de terugtocht wat korter maken hadden de boys gedacht om langs een steile helling te lopen, maar het kwam erop neer dat we tegen die steile helling aanliepen, met als gevolg dat we (wederom) laat binnen kwamen. Ondertussen hadden de Benthuiser-boys de barbecue aangestoken om lekkere satés te bakken met als toetje gebakken banaan met slagroom. Het blussen van de barbecue gebeurde simpelweg door hem in het water te gooien, hetgeen grote stoompluimen tot gevolg had.
Na de voorspoedige terugreis kunnen we terug kunnen kijken op een zeer geslaagd weekend.