Het bloed kruipt waar het niet gaan kan. Nadat Cees de uitnodiging voor een wintersurvival voor half maart had rondgestuurd dacht ik, vooruit een lekker weekendje in het voorjaarszonnetje moet kunnen en besloot om toch maar weer mee te gaan. Zeker omdat ik vorig jaar niet meegegaan was en toch wel de gezelligheid, de mooie natuur, het buiten zijn en het verkennen van je eigen grenzen miste.
Nadat ik een paar nieuwe bergschoenen*) had gekocht meldde ik mij op vrijdag 11 maart bij Peter zijn nieuwe stulpje in Rotterdam Zuid. Het moet voor velen toch een schok geweest zijn dat onze verstokte vrijgezel binnen één jaar verliefd, verloofd, getrouwd en verhuisd was uit Den-Haag.
De tocht naar de welbekende Moulin de Rensîwé (volgens de kaart, Rensiwez volgens Cees en Eugene) verliep probleemloos ondanks dat wij eigenwijzer dan Peter's routeplanner waren die ons over Luik wilde sturen en wij graag over Namen en La Roche wilden rijden.
Na een stevige Thaise maaltijd naar recept van Cees met vegetarische maïs kip (speciaal voor Job) was het tijd voor de avondwandeling. De twee captains kregen een bierviltje met de volgende tekst:
via Petit Mormont naar
de barrage in de Ourthe
Oriental dan naar
Le Vieil Engreux
Met ander woorden; eerst naar boven de Petite Mormont op. Vervolgens afzakken naar de Ourthe Orientale, deze langs het water volgen tot de kleine stuw. Dit viel in het donker met gladde rotsen met sneeuw niet mee want Theo lag bijna in het water. Ook ik stootte genadeloos mijn knie en heb het obstakel met "stoute rots" aangesproken (zoals mijn dochter vroeger placht te zeggen). Deze stuw overgestoken en door naar de oude kroeg in het plaatsje Engreux voor een biertje hoewel sommige eerst hun vochtvoorraad moesten aanvullen met een groot glas water.
Tijdens de terugtocht sneeuwde het, wat kennelijk gedurende de nacht voortduurde want de volgende morgen lag er tussen de 10 en 20 cm sneeuw. Om deze unieke kans niet voorbij te laten gaan (wie had dat nou gedacht half maart) werd besloten om te gaan langlaufen. Dus op naar de Baraque de Fraiture. Dat viel nog niet mee, omdat wij moesten "aanschuiven" zoals de Belgen zeggen achter een drietal sneeuwruimers die de snelweg schoonveegden. Tevens konden wij de juiste afslag niet nemen daar deze geblokkeerd was door een aantal vrachtwagens waarvan de voorste geschaarde op de weg stond.
De fraaie skipiste bevond zich op 630 m zodat een aantal van ons gingen skiën en de rest ging langlaufen. In eerste instantie werd door allen ingezet op de rode tocht van 14 km, maar een aantal haakte af. Ook ik die wat achterop geraakt was ben op een gegeven moment achter een groep verkeerde skiërs aangegaan en kwam op de blauwe piste van 7 km terecht. Hierdoor vroeg binnen gekomen besloot ik om dan nog maar een groene tocht van 4 km te maken. Dit was op zich een hele fraaie toch door de bossen met halverwege een behoorlijke afdaling over een dikke laag verse sneeuw.
Na de traditionele nasi van Theo (voor volgend jaar staat er echt een ander gerecht op tafel) dit jaar helaas zonder gebakken banaan, was het tijd voor een (voor de zaterdagavond ongebruikelijke) avondwandeling richting Achouffe.
In ons steunpunt werden we meteen naar de muziekkelder verbannen, alwaar we rond een uur of half twaalf werden getrakteerd op een jaren 60 rock-'n-roll band bestaande uit een bassist die zijn eigen snaren van zijn Hofner basje niet kon zien vanwege zijn dikke buik, een grijs gelokte gitarist uit het hippie tijdperk, een ernstig kijkende jonge drummer die van wanten wist en een aantal achtergrond zangeressen waar ik verder geen oordeel over wil vellen. Af en toe werden zij ondersteund door een dochtertje van dees of geen, waaruit bleek dat ze op Belgische scholen ook al geen muzieklessen meer krijgen, zo a ritmisch stond die mee te klappen op een tamboerijn. Maar al met al klonk het gewoon lekker voor de zaterdagavond. Het aanwezige publiek keek nog wel even met opgetrokken wenkbrauwen toen Erik en Martijn samen een klassieke danshouding aannamen en zo een walsje draaiden, maar dat mocht de pret niet drukken.
Omdat Peter en ik het niet zo zagen zitten om tot 2 uur 's-nachts te blijven en dat nog een dik uur terug te moeten lopen, besloten wij na de eerste set van de band terug te gaan. Echter ondanks dat wij al vele malen de route hebben gelopen, liepen wij in het donker toch verkeerd aan de voet van de Grande Mormont. Gelukkig bracht een altijd meegedragen kaart uitkomst en arriveerden wij toch bijtijds in de gîte.
Op de zondagmorgen bleek dat de meeste sneeuw verdwenen was en was het mooie weer voor een flinke wandeling. Eerst omhoog naar Engreux en weer afzakkend naar de kleine barrage en de wegvervolgend stoomafwaarts langs de Ourthe Orientale tot de Belvédère. Je hebt hier een prachtig uitzicht op samenkomst van de Ourthe Occidentale en Orientale.
Het water van de Ourthe volgend liepen wij op een heuvelrug met voor mij een van de mooiste uitzichten van de Ardennen; je kijkt dan namelijk van boven op de heuvelrug aan beiden zijden op de Ourthe die daar bij Au Fays een draai van bijna 360 ° maakt.
Afgedaald naar de barrage de Nisramont werd in de plaatselijke uitspanning onder het genoot van een colaatje of kopje koffie (het was tenslotte nog te vroeg voor een biertje) gewacht op "Fred". Deze liet echter verstek gaan en had zijn zoon doorgestuurd om ons hiervan te verwittigen.
Onze weg vervolgend aan de andere kant van het water, staken wij via de brug over terug naar de rechter oever, alwaar wij langzaam klimmend weer op bovenop de heuvelrug terecht kwamen. Via een van de beroemde doorsteekjes van Cees, waarbij een ieder zich van boom tot boom liet glijden, kwamen wij uiteindelijk weer bij de kleine barrage van de Ourthe Orientale terecht.
De groep volgde de Ourthe stroomopwaarts tot op de hoogte van Engreux waar Erik zijn enkel verdraaide. Omdat er nog een aantal redelijke klimmetjes in zaten werd hem geadviseerd om het pad omhoog te volgen en boven bij de kroeg op Cees te wachten die hem daar zou ophalen. Meteen zagen enkele ander ook hun kans schoon om met hem de makkelijke route mee terug te gaan. Dat het een goed advies geweest was bleek toen ik boven op een gladde helling een onvrijwillige spagaat maakte waarbij ik dacht dat ik in tweeën scheurde. Maar op zich waren het nog leuke klimmetjes die eindigde in de beroemde modderbak aan de achterkant van de camping.
Door logistieke problemen (wie zou ook al weer vlees inkopen ?) was er dit jaar geen saté van de Benthuizerboys, maar gelukkig was er nog wel wat boterkoek over (met dank aan Andrea).
Nadat wij de gîte hadden opgeruimd (wat door sommige geïnterpreteerd werd als "het grote graaien is begonnen") namen de meeste van ons hartelijk afscheid van elkaar, de hoop uitsprekend om elkaar volgend jaar weer te zien.
Stephan Mes
*) Zie aflevering wintersurvival 2003